‘Bij koperblazers denken mensen vaak aan fanfare en militaire muziek. Met Connaught Brass willen we laten horen dat koper ook zacht en lyrisch kan klinken. Toen ik klein was zong ik in koren veel stukken van Bruckner en Rachmaninoff: rustige, tedere muziek. Dat zangerige in onze instrumenten, daar willen we het publiek mee laten kennismaken.”
De Nigeriaans-Schotse trompettist Aaron Akugbo trad als solist en orkestlid op met het Britse Chineke! Orchestra, het eerste Europese symfonieorkest met alleen maar musici uit etnische minderheden. Deze week staat hij met zijn koperkwintet Connaught Brass in De Doelen in Rotterdam. Het koperkwintet als vast ensemble – meestal twee trompetten, hoorn, trombone en tuba – is relatief jong. Het kreeg pas halverwege de vorige eeuw echt voet aan de grond.
„Als lid van een strijkkwartet of pianotrio kun je de kost verdienen, maar koperensembles zijn historisch gezien niet echt een ding. Ik heb tijdens mijn studie in meerdere koperensembles gespeeld. Maar als je eenmaal je diploma had, viel zo’n ensemble uit elkaar. Connaught Brass is ook ontstaan op het conservatorium, maar wij waren al goede vrienden. Daarom is het blijven bestaan.
„Er zijn allerlei voordelen aan een ensemble met koperblazers. Je kunt bijvoorbeeld beter dynamische contrasten laten horen dan met een ensemble met strijkers. Je kunt koperblazers laten mengen, maar ook de vier unieke timbres van de koperinstrumenten benadrukken. We zien Connaught Brass een beetje als een orgel: dat heeft veel verschillende registers en daarmee verschillende timbres, maar het blijft één instrument. Daarom spelen we ook veel arrangementen van orgelmuziek. In Rotterdam laten we het complete spectrum van de koperklank horen: van zangerige melodieën tot het luide orkestrale blaaswerk en van ‘agressieve’, puntige muziek tot jazz en funk.
Zachte kant van de trompet
„De grootste kracht van de trompet is zijn veelzijdigheid: het instrument heeft veel kleuren en je kunt er in allerlei genres mee terecht. Orkest, fanfare, jazz, barok… De trompet heeft ook een zachte kant, die ik graag laat horen. In een koperkwintet heb je als trompettist de kans om melodieën en langere lijnen te spelen. Dat geeft meer voldoening dan spelen in een orkest, waar je als trompettist vaak alleen kleine stukjes muziek invoegt.
„Met een deel van onze inkomsten laten we nieuwe composities schrijven. In Rotterdam spelen we de wereldpremière van een opdrachtwerk van Robin Haigh. Het publiek wordt daarin niet geconfronteerd met een grote muur van geluid, maar moet actief luisteren naar allerlei fijnmazige loopjes tussen de verschillende instrumenten. Je hoort wel eens nieuwe werken waarbij de grenzen van de techniek van de musicus of het instrument zo ver worden opgerekt, dat de muziek eronder gaat lijden. Maar Haigh doet nooit ingewikkelder dan nodig is. Wij spelen graag muziek die de volledige capaciteit van de koperinstrumenten benut, maar wel met klankschoonheid als uitgangspunt.”
Leeslijst